Het Nederlands Film Festival werkt dit jaar samen met Dutch Game Garden om de beste nieuwe games uit eigen land aan een breed publiek te tonen. Tijdens het evenement, dat onder de naam INDIGO plaatsvindt, kunnen bezoekers op zaterdag 29 september in het stadhuis van Utrecht bijna 30 games zelf uitproberen.

INDIGO is de jaarlijks terugkerende showcase van Dutch Game Garden, bedoeld om nieuwe games van getalenteerde Nederlandse gameontwikkelaars voor het voetlicht te brengen. Daar zitten commerciële titels tussen, maar ook hobbyprojecten van ervaren designers en afstudeerproducties van ambitieuze studenten. Het evenement valt dit jaar gelijktijdig met het Nederlands Film Festival (NFF), wat aanleiding is voor beide organisaties om de handen ineen te slaan.

Schijnwerpers

Volgens Willemien van Aalst, directeur van het NFF, is de samenwerking een uitgelezen kans voor zowel het NFF als Dutch Game Garden om elkaar te versterken. “Het NFF vindt op deze manier aansluiting bij getalenteerde makers van digitale media en hun gebruikers. Dat is voor ons een terrein dat we graag verder willen verkennen.” Ook Viktor Wijnen, zakelijk directeur van Dutch Game Garden, is enthousiast: “Doordat het Nederlands Film Festival al een grote bekendheid geniet, komt INDIGO bij een breder publiek in de schijnwerpers.”
Op 29 september, de vierde dag van het festival, kunnen bezoekers het stadhuis binnenlopen om INDIGO zelf te ervaren.
Omdat het een “hands-on” evenement is, mag iedereen alle titels zelf uitproberen. De makers van de games zijn aanwezig, zodat geïnteresseerden hen alles kunnen vragen over de games die ze hebben gemaakt. Zo fungeert INDIGO ook als podium voor deze jonge makers, die zelf meestal niet de middelen hebben voor grootschalige promotiecampagnes.
INDIGO is een tweedaags evenement. Vrijdag 28 september is een dag waarop de focus ligt op gamedevelopers, investeerders, uitgevers en pers. Zaterdag 29 september is speciaal bedoeld voor het algemene publiek. Dutch Game Garden organiseert de showcase voor de derde keer.
X