In Nederland nemen steden en regio’s vaak Scandinavië als voorbeeld van hoe de Nederlandse game-industrie toonaangevend in de wereld kan worden. Bij iedereen groeit het besef dat de tijd is aangebroken om het potentieel van de gamesindustrie in Nederland te benutten. Vele partijen, van onderwijs tot overheid, van bedrijfsleven tot kennisinstituten, zien kansen en handelen hiernaar in de vorm van opleidingen, incubators, nieuwe games en gamesfondsen. De laatste tijd rapporteren de media dan ook veel over de Nederlandse game-industrie. Nu staan we voor de uitdaging elkaar in Nederland te versterken, willen we Scandinavië achterna gaan.

In Utrecht kiezen we als recept voor zowel samenwerking met andere Nederlandse steden en regio’s én kiezen we voor het investeren in applied gaming én entertainmentgames. Dat verdient een toelichting.

Samenwerking

In het Financieel Dagblad van 11 februari (“Overheid steekt miljoenen in game-industrie”) werd een woordvoerder van de gemeente Amsterdam geciteerd. Het zou volgens de gemeente Amsterdam een misvatting zijn dat in Nederland alleen Utrecht zich op de game-industrie richt. Ze hebben natuurlijk groot gelijk. Het is inderdaad een misvatting. Utrecht heeft nooit deze positie geclaimd. Utrecht kent haar plek. Wat Brooklyn is voor Manhattan, is Utrecht voor Amsterdam. De kraamkamer van kennis, creativiteit en talent voor de grotere spelers in Amsterdam die zich internationaal positioneren en klaar zijn voor opschaling.
Vijftig procent van alle medewerkers die in de Nederlandse gamesector werkzaam zijn, is bijvoorbeeld in Utrecht opgeleid (Hogeschool Utrecht, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, Grafisch Lyceum Utrecht en Universiteit Utrecht). Ruim eenderde van alle banen bevindt zich in Utrecht en Hilversum. Dit is een bewijs dat de game-industrie, net zoals de brede economie, niet ophoudt bij de gemeentegrenzen. We hebben elkaar nodig!
Een voorbeeld is het landelijke programma Growing Games dat eind vorig jaar gelanceerd is. Een initiatief gestart in Utrecht. Growing Games is een stimuleringsprogramma om de duurzame groei van de Nederlandse applied game-sector te bevorderen (toegepaste games in bijvoorbeeld de zorg, het onderwijs en rampenbestrijding). Deze sector heeft een enorme groeipotentie. In 2010 bedroeg het wereldwijde volume van applied games 1,5 miljard euro. Het verwachte volume in 2015 voor deze sector is 10,2 miljard euro.
In dit programma werken nu vele landelijke partijen samen: opleidings- en kennisinstituten, private investeerders, organisaties uit de zorgsector, maar ook partijen als KPMG, Ministerie van Defensie en de innovatietak van zorgverzekeraar CZ. Partijen die elkaar aanvullen en elkaar beter maken, waardoor de gezamenlijke koek groter wordt en waarvan iedereen profiteert.
In dit programma gelden gemeentegrenzen niet. Zo zijn er ook Amsterdamse partijen betrokken, zoals de Hogeschool van Amsterdam en het AMC, wordt er bijvoorbeeld geïnvesteerd in een grote gamestudio aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam (opening in april 2014) en is het nieuwe fonds GameOn een partner naast andere gamefondsen. En het allermooiste: het programma is niet ontstaan door het bij elkaar schrapen van overheidsgeld. Iedereen draagt bij.

Kiezen voor entertainmentgames én toegepaste spellen is de toekomst

In hetzelfde FD-artikel geeft GameOn mede-initiatiefnemer Reinout te Brake aan dat de overheid zich te lang heeft gericht op toegepaste games en zich eerder op entertainment games had moeten richten. Wij zijn van mening dat het geen discussie is over het een of het ander. Beide kunnen vele extra banen en bedrijven opleveren.
Toegepaste games leveren daarnaast ook maatschappelijke meerwaarde op voor bijvoorbeeld de zorg, het onderwijs en crisisbestrijding. Daar zit ook de legitimatie voor vele overheden en kennisinstellingen om in toegepaste games te investeren. Het is niet alleen goed voor banen, het is ook goed voor de samenleving. Denk aan games die nu al ingezet worden bij hersenbeschadiging, bij fysiotherapie en bij online groepstrainingen voor de brandweer.
Het is dus geen discussie van of-of maar van én-én. Het Growing Games programma bewijst dat. In het programma participeren verschillende fondsen met nu al in totaal 30 miljoen euro voor toegepaste games.
Slotsom. Wil Nederland internationaal het verschil maken, dan is het recept: samenwerken over gemeente- en regiogrenzen heen, en kiezen voor zowel entertainment als toegepaste games. Dan kan Den Haag als ambassadeur ook met trots de totale Nederlandse game-industrie in het buitenland verkopen.
De eerste stap is gezet met 40 Nederlandse ambassadeurs die onlangs bij de Dutch Game Garden op de Neude zagen welke potentie Nederlandse gamebedrijven hebben, en dat verhaal mee terug namen naar hun ambassades over de hele wereld. Nu op naar de volgende stap: Scandinavië inhalen.
Ton van Mil, Economic Board Utrecht
Viktor Wijnen- de Bont, Dutch Game Garden
Frank Visser, iMMovator,
Mir Wermuth, Growing Games
X